Grammofoonplaat

De grammofoonplaat is een platte schijf van vinyl waarop spiraalvormige inkepingen zitten waarin muziek is opgenomen. In de groef zitten kleine afwijkingen naar links en naar rechts waar de geluidsinformatie is opgenomen. Door middel van de naald kan deze informatie hoorbaar worden gemaakt. Naast de groef in de plaat zit er nog een gat in het midden waarmee de plaat kan worden vastgepind op een ronddraaiende vlakte (platenspeler). De platen worden meestal aangeduid met hun afmetingen (7, 10, 12 inch), de afspeelsnelheid (33 1/3, 45, 78 toeren) en de capaciteit (LP, SP, EP).

Voor het ontstaan van de plaat gaan we ver terug in de tijd, tot eind 19e eeuw. In deze periode waren er al verschillende personen actief in de ontwikkeling van geluidsdragers. In 1881 ontwikkelde Charles Tainter al een plaat van was waar laagjes koper overheen werden gemaakt, echter ontbrak de mogelijkheid om deze platen te beluisteren. De grammofoonplaat deed zijn intrede in 1888 en was ontwikkeld door de Duits-Amerikaanse elektrotechnicus Emile Berliner. Hij ontwikkelde een 7 inch (18cm) plaat die in grote hoeveelheden kon worden geproduceerd. Het bedrijf dat hij hierna oprichtte verkocht in 1894 al 25.000 7-inch platen.

Er zijn meerdere varianten van de grammofoonplaat ontwikkeld. Het aantal toeren en de afmetingen verschillen per plaat. Bekende afspeelsnelheden zijn 33 1/3 toeren, beter bekend als de langspeelplaat, en 45 toeren, de zogenoemde singles.

De langspeelplaat(LP) werd in 1948 geïntroduceerd en is de bekendste platensoort. De plaat heeft een diameter van 30 cm(12 inch) en biedt aan beide kanten ruimte voor 20 tot 30 minuten muziek. Vanaf de introductie van de elpee is de populariteit sterk toegenomen, totdat begin jaren 80 de compact disc(cd) verscheen. Tegenwoordig is de langspeelplaat weer terug van weggeweest en worden grote platenbeurzen door vele mensen bezocht.

De single vormt de basis om als artiest een bepaald nummer van een album te promoten. De single is 18 cm (7 inch) in diameter met uitzondering van de maxisingle die 30 cm (12 inch) in diameter is. De single wordt meestal afgespeeld in 45 toeren per minuut. Op kant a van de plaat wordt vaak de hit van de artiest geplaatst en op B-kant vaak een kwalitatief minderwaardig nummer, maar het komt ook voor dat zowel op de a als b zijde een hit staat.

Een grammofoonplaat is kwetsbaar en de ideale geluidsweergave is daarom lastig te bereiken. Krassen door de naald en de aantrekking van stof doen de geluidskwaliteit al snel afnemen. Daarvoor is het belangrijk de platen regelmatig te reinigen en op te bergen in schone hoezen. Dit kan door middel van bepaalde schoonmaakmiddelen en apparaten. De benaming grijsgedraaid komt dan ook voort uit een plaat die veel is afgespeeld, de groeven zijn ingesleten en de plaat ziet er hierdoor ook grijzer uit.

Door de jaren heen zijn er vele bijzondere platen verschenen. Zo waren de picture discs lange tijd erg populair, hierbij worden plaatjes afgedrukt op het vinyl. Daarnaast heb je platen waar de groef van binnen naar buiten loopt ipv van buiten naar binnen. Er zijn ook platen die op het einde bepaalde teksten blijven herhalen totdat de naald van de grammofoonplaat wordt gehaald.